Logo Leids Universiteits Fonds

nl en

‘Ik wil jonge onderzoekers dezelfde kans geven als die ik vroeger kreeg’

Dankzij bijdragen van fondsen kon Riet Groenen in de jaren tachtig bijna een jaar naar Fiji om haar afstudeeronderzoek naar vruchtbaarheid en gezinsplanning te doen. Door haar studies, haar onderzoekservaring en focus verwierf ze een baan bij de Verenigde Naties. Haar carrière lang zette Groenen zich in voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen, en het tegengaan van geweld tegen vrouwen.

Na hun pensioen hebben zij en haar man het LUF opgenomen in hun testament, zodat toekomstige studenten ook financiële steun kunnen krijgen bij hun onderzoek.

Groenen tijdens haar studententijd in Leiden

Een roeping ontkiemt in Leiden

Al vanaf haar eerste studiedag in Leiden wist Riet Groenen dat ze op haar plek zat. Na haar studie Sociaal Werk in Breda, vertrok ze naar Leiden om Culturele Antropologie te studeren. Tijdens de introductie van het vak ‘sociaalwetenschappelijk onderzoek’ werd het belang van een specifieke onderzoeksvraag benadrukt. Groenen had al een vraag in haar hoofd: welke factoren zijn voor vrouwen bepalend of, wanneer en hoeveel kinderen ze krijgen? Een dag later kreeg ze van professor Speckmann een publicatie over demografie. ‘Daar stond zoveel in dat ik interessant vond: over geboorte, sterfte, migratie en bevolkingsbeleid in verschillende landen’, vertelt ze. ‘Toegang tot anticonceptie en culturele, sociale en medische aspecten, speelden allemaal een rol bij mijn vraag.’

'Dat veldonderzoek was het hoogtepunt van mijn studietijd'

Vanaf dat moment wist Groenen welke richting ze op wilde gaan. ‘In die tijd kon je nog lang studeren’, zegt ze. ‘In de acht jaar dat ik in Leiden studeerde heb ik zoveel mogelijk vakken gekozen en relevante studieboeken gelezen.’ Haar studie werd afgerond met een antropologisch veldonderzoek. ‘Ik wilde naar Oceanië en koos voor Fiji, de grootste eilandengroep in de Stille Zuidzee. Het onderzoek onder de twee bevolkingsgroepen – de oorspronkelijke inwoners van Fiji en de nazaten van contractarbeiders die in de koloniale tijd uit India naar Fiji zijn gehaald – richtte zich op het verschil in fertiliteit van de twee groepen en de mogelijke sociaal-culturele factoren, waaronder anticonceptiegebruik, die een rol konden spelen. De reis naar Fiji en het verblijf daar waren erg kostbaar, dus ik moest op zoek naar fondsen. Gelukkig kreeg ik een bijdrage van onder meer het LUF. Dat veldonderzoek was het hoogtepunt van mijn studietijd.’

Dorp in Fiji (fotoarchief Riet Groenen)

Vrouwenrechten

Tijdens haar onderzoek in Fiji verbleef Groenen bij de lokale bevolking in verschillende dorpen. Daar zag ze de gevolgen van huiselijk geweld. ‘Op een dag keerde een dochter met zichtbare verwondingen terug naar haar familie’, vertelt ze, ‘want ze was gevlucht voor haar echtgenoot. In plaats van dat ze werd opgevangen en hulp kreeg, stuurde haar vader haar terug. Ze was niet meer hun verantwoordelijkheid en kreeg te horen dat ze beter naar haar echtgenoot moest luisteren. Dat was voor mij een schokkende ervaring: zij werd verantwoordelijk gehouden voor het geweld dat haar overkwam. Het gewelddadige gedrag van de echtgenoot kwam niet eens ter sprake.’

Na haar afstuderen vond Groenen een baan bij het UNFPA, het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties. ‘De UNFPA richt zich op bevolkingsdynamiek en op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten’, licht Groenen toe. ‘Zelfbeschikking van vrouwen, met name op het gebied van seksualiteit, het lichaam en gebruik van anticonceptie, staat centraal. In de praktijk komt het er wereldwijd helaas nog steeds op neer dat de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap grotendeels bij vrouwen ligt. Daarom is het belangrijk dat vrouwen hier kennis en zeggenschap over hebben, en ook toegang hebben tot anticonceptie en goede reproductieve gezondheidszorg.’

Groenen in New York voor haar eerste baan

Wetenschappelijk onderzoek

Gedurende haar hele carrière bij de VN zag Groenen duidelijk het belang van wetenschappelijk onderzoek. ‘De meest effectieve manier om overheden te doen inzien dat er een bepaald probleem is in hun land, is om met betrouwbare data te komen’, legt ze uit. ‘Regelmatig heb ik regeringshoofden tijdens mondiale vergaderingen horen zeggen dat er in hun land geen geweld tegen vrouwen is. Maar wanneer je door je eigen familie wordt teruggestuurd naar je gewelddadige partner, als je niet bij de politie of andere instanties terechtkunt voor hulp, of als er geen opvanghuizen zijn, dan internaliseren meisjes en vrouwen dat geweld. Ze denken dat het erbij hoort. Vrouwen spreken er zelden over, voelen zich verantwoordelijk en schamen zich voor wat hen is overkomen. Samen met een gebrek aan politiedossiers en wetenschappelijke data over geweld, zorgt dit ervoor dat overheden geen goed beeld hebben van het probleem.’

Op werkbezoek UNFPA in Oezbekistan

Groenen heeft in verschillende landen de relevante ministeries ervan weten te overtuigen om nationaal onderzoek te doen naar geweld tegen vrouwen. ‘Een groot landelijk survey geeft inzicht in de omvang en specifieke aspecten van het probleem’, zegt ze. ‘Vanuit de VN zorgden we voor financiering, technische ondersteuning en de beste onderzoekers om het onderzoek uit te voeren. Op basis van de resultaten kan vervolgens beleid gemaakt worden, kan wetgeving worden aangepast en kunnen multi-sectorale programma’s ontwikkeld worden op het gebied van preventie, ondersteuning en hulpverlening. Zo zijn er in allerlei landen wetten en beleid ontwikkeld met betrekking tot seksueel en fysiek geweld, nationale bewustwordingscampagnes opgezet, trainingsprogramma’s uitgevoerd voor onder meer politie, rechters, dokters, verplegers en onderwijspersoneel. Maar ook werden er protocollen ontwikkeld om geweld tegen vrouwen aan te pakken en de daders te straffen.’

UN Women

In 2011 hebben de Verenigde Naties een nieuwe organisatie opgezet om landen beter te ondersteunen op het gebied van gelijke rechten en autonomie van vrouwen: UN Women. ‘Ik werd daar in 2013 aangenomen als Chief Section: Ending Violence Against Women op het hoofdkantoor in New York’, zegt Groenen. ‘Een paar maanden later vond de UN Commission on the Status of Women plaats, met als onderwerp “elimineren en preventie van alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes”. UN Women coördineerde dit inhoudelijk en organisatorisch. Alle lidstaten van de VN werden uitgenodigd om te onderhandelen over een nieuwe mondiale overeenkomst en actieplan.

'Iedere zin, ieder woord, iedere komma werden door alle vertegenwoordigers afgewogen'

Twee weken lang, tot diep in de nacht, werden alle aspecten van geweld tegen vrouwen besproken en werd een conceptovereenkomst opgesteld. Iedere zin, ieder woord, iedere komma werden door alle vertegenwoordigers afgewogen. Het was een hele klus om met al die landen consensus te bereiken over alle aspecten van geweld tegen vrouwen: de oorzaken, gevolgen en de noodzakelijke maatregelen die verschillende partijen op nationaal, regionaal en mondiaal niveau moesten nemen. Daarmee hebben alle landen in de wereld, de VN en regionale en landelijke organisaties een duidelijk kader om wetgeving, beleid en programma’s aan te passen. Een ontzettend belangrijke stap.’

Groenen in haar woonplaats Wenen

Nalatenschap

Groenen blikt tevreden terug op haar carrière, sinds ze haar pensioen met haar man doorbrengt in Wenen. ‘Het gaf me veel voldoening om me in verschillende delen van de wereld in te zetten voor serieuze maatschappelijke thema’s en samen te werken met verschillende vrouwengroepen, overheden, ngo’s en VN-partners. Het was erg waardevol om onderdeel te zijn van een beweging die echt maatschappelijke verandering teweegbrengt voor meisjes en vrouwen. Daarom leek het mij mooi om studenten financieel te steunen bij hun onderzoek op dit onderwerp.’

Groenen en haar man benaderden het LUF met de vraag welke mogelijkheden er zijn voor nalatenschap. ‘Er werd heel professioneel gereageerd op al onze vragen’, vertelt ze. ‘We konden aangeven welke kant we op wilden en er werd echt maatwerk geleverd door een fonds op naam te formuleren. Dat betekent dat ons geld gebruikt zal worden voor interdisciplinair onderzoek dat zich richt op verschillende aspecten van geweld tegen vrouwen, zoals preventie, hulpverlening, wetgeving en beleid in niet-westerse landen. Door dit geld beschikbaar te stellen, hoop ik meer jonge onderzoekers te motiveren om met dit thema aan de slag te gaan en hierin een carrière na te streven.

Geweld tegen vrouwen is wereldwijd een groot probleem en weerhoudt vrouwen van een gelijkwaardige en volle deelname aan de samenleving. Vooral nu conservatieve stemmen in verschillende landen weer luider worden, en een verdere inperking van vrouwenrechten speelt, is het van groot belang dat wetenschappelijk onderzoek en data leiden tot effectief beleid en wetgeving.’

Wilt u meteen meer weten over de mogelijkheden om aan het LUF na te laten? U kunt online onze brochure ‘Een gift voor de toekomst’ aanvragen. U kunt ook contact opnemen met senior relatiemanager Liesbeth van Biezen via 071 527 6094 of e.van.biezen@luf.leidenuniv.nl

Deze website maakt gebruik van cookies.